Retourtje Quetta.
Door: Serge
Blijf op de hoogte en volg Serge
27 Maart 2006 | Pakistan, Islamabad
De situatie in Pakistan is op dit moment vrij rustig en dus kreeg ik afgelopen woensdag van de ambassade toestemming om na mijn bezoek aan Peshawar ook naar Quetta te reizen. Gelukkig, want de stagetijd tikt intussen door en ik wilde zéker een aantal mensen spreken in deze hoofdstad van de provincie Baluchistan.
Woensdag om 10.20 per PIA Airbus A-310 naar Quetta gevlogen. Rustige vlucht met (niet echt verrassend) alleen maar Pakistaanse medepassagiers. Na anderhalf uur kwam Samungli Airbase in zicht, maar voordat mijn Airbus er kon landen stegen er nog even snel vier Pakistaanse F-7’en op (Hé Olav, een erg mooi gelegen airbase maar moeilijk spotten). Deze zwaarbewapende gevechtsvliegtuigen van de Pakistaanse luchtmacht waren op weg naar weer een missie boven het oosten van Baluchistan, waar op dit moment een sluimerend intern conflict wordt uitgevochten. Best eigenaardig om het burgertoestel zichtbaar te zien zwenken voor een aantal grijze (door China gebouwde) Mig’s.
De omgeving van de stad Quetta (1700m) is super: met ongeveer een miljoen inwoners ligt het middenin de Pakistaanse woestijn en omgeven door ruige, kale bergen. Daarnaast is de Afghaanse stad Kandahar nabij en is Quetta de eerste grote stad die je tegenkomt als je Pakistan binnenkomt, vanuit Iran.
Na de landing en het taxiën naar het eenvoudige luchthavengebouw (er land slechts één burgertoestel per dag op de militaire basis) werd ik opgehaald door medewerkers van Artsen zonder Grenzen (MSF). Naast de lokale chauffeur was de Nieuw-Zeelandse Marilyn er ook. Nadat ik eerder de drie Quetta-medewerkers in Islamabad had ontmoet was onderdak in Quetta bij MSF vrij makkelijk geregeld. Naast genoemde Marilyn zijn de Ier Gareth en de Canadees David nu voor enkele maanden in Quetta werkzaam. Zij logeren in ruime behuizing en zijn vooral verantwoordelijk voor het opzetten van kleine gezondheidscentra in enkele vluchtelingenkampen op enkele uren rijden van Quetta.
Na installatie en een uitgebreide Pakistaanse lunch al snel de stad ingegaan voor de eerste interviews. Na een gesprek met een lokale journalist s’middags een interessant gesprek gehad met het hoofd van de UNHCR in Quetta. Deze Japanner is verantwoordelijk voor zo’n 150.000 voornamelijk Afghaanse vluchtelingen die bivakkeren in het grensgebied met Afghanistan. Overigens zijn er in Pakistan nu in totaliteit 2,7 miljoen (Afghaanse) vluchtelingen. En deze groep is trouwens niet echt geliefd bij de Pakistaanse bevolking, mede door de hulp en gelden die de vluchtelingen wél ontvangen en de (arme) Pakistanen totaal niet.
Daarna nog even door de hoofdstraat, Jinnah Road, gelopen en de boekenwinkels bezocht. Maar helaas is er weinig interessants te vinden. Vreemd voor een stad met zo’n woelige historie. Daarentegen kun je hier wel enigszins het extremisme herkennen: net als in Peshawar loopt iedere Pakistaanse in burka en kom je regelmatig Taliban op straat tegen.
s’Avonds met z’n vieren nog een film geprobeerd te kijken. Echter het uitvallen van de stroom maakte de motivatie bij ons snel minder. Overigens kijken de MSF’ers er zeer veel dvd’s, omdat zij vanuit het Amsterdam-office strenge veiligheidsregels meekrijgen. Zij moeten bijvoorbeeld s’avonds al zeer vroeg binnen zijn en mogen geen onnodige risico’s lopen. Dat betekent géén bezoek aan een Serena Hotel of een avondje Amerikaanse Club in Islamabad. Doe je dat toch dan loop je het risico om teruggeroepen te worden. Dat maakt het leven in Quetta er soms niet leuker op…
Na een goede nachtrust (met weer powercuts, herkenend aan het aanschakelen van de generator) vroeg opgestaan voor de interviews. In feite had ik alleen donderdag voor het kunnen spreken van de personen. Want op vrijdag was mijn terugreis alweer gepland. Voordeel was overigens wel dat het afgelopen donderdag (23 maart) een nationale feestdag was: Pakistan Day en dus waren veel personen eenvoudig te vinden.
Om 9.30 een gesprek met het Nepalese hoofd van UNICEF in Quetta. Interessant om ook zijn verhaal te horen. Met name de samenwerking (of het ontbreken ervan) met de overheid kwam mij bekend voor... Overigens was dit gesprek in het Quetta Serena, een luxe hotel van de bekende keten, maar gebouwd in woestijnstijl. Zou ik zeker een nachtje willen logeren…maar daar moet je dan wel zo’n $140 dollar voor neerleggen.
Na een gesprek met de Pakistaanse journalist Jan Mohammed tot slot interessante discussies met twee politici uit Baluchistan. Beide zitten in de oppositie (in het provinciale parlement) en dus hadden zij aardig wat kritiek op de leiding van Musharraf. Daarna een paar uur gewandeld door de stad en een bezoek gebracht aan het “toeristenbureau”. Hier lag het personeel overigens te slapen en waren ze erg verbaasd dat ik überhaupt langskwam. Gekke lui die Pakistani. Per tuktuk (Riksja) naar een hogergelegen buitenwijk gereden voor een paar mooie overzichtsfoto’s van Quetta. Helaas begon het op dat moment nét te regenen. Dan heb ik dus: het regent namelijk in Quetta bijna nooit!
Bij terugkomst in District 28-D, waar het huis van MSF staat, een forse discussie met de chauffeur gevoerd over de uiteindelijke ritprijs. Rs500 was zijn bod, terwijl ik maar tot Rs150 wilde gaan. Na enig geschreeuw en gediscussieer uiteindelijk tot een compromis gekomen. Ook deze avond met een bord Chinees voedsel op schoot geprobeerd een film te kijken. Maar ook deze keer was het elektriciteitsnet niet welgestemd. En dus vroeg gaan slapen. Mijn hoofd zat immers vol met interessante quotes van alle geïnterviewden.
Op vrijdag was het afscheid nemen van alle MSF’ers en om 9 uur s’ochtends terug naar het vliegveld. Mocht ik langer kunnen blijven in Pakistan dan ga ik zeker terug naar Quetta. Mijn twee dagen waren natuurlijk veel te kort om de stad en omgeving goed te leren kennen. Ook kan ik dan een keertje mee naar een van de MSF-projecten.
Na terugkomst op Islamabad en een goede scheerbeurt bij kapper Al-Saleem in Kohsar Market nog even snel door naar de ambassade. Maar eerlijk gezegd had ik weinig fut om nog te werken en na enig surfen op het internet naar huis gegaan.
Op zaterdag ben ik weer met collega Rob, vroeg in de ochtend de bergen in gegaan voor een hike. Zijn eigen chauffeur zette ons af bij het zogenaamde ‘Capital Viewpoint’. Vanaf hier zijn we begonnen met lopen, op zoek naar het hoogste punt van de bergketen ten noorden van Islamabad. Dit punt, ook wel Mount Happiness genoemd moet rond de 1400 meter hoog zijn. Na verschillende ‘topjes’ gepasseerd te hebben zaten we om 12.30 op de top van de Margalla Hills, met een prachtig uitzicht over de stad. En niemand te bekennen. Alle Pakistanen laten zich altijd afzetten bij dit Capital Viewpoint en zullen géén stap te veel zetten.
Om 14.00 weer beneden en met een voldaan gevoel per gele ‘geiten’-taxi terug naar district F-8/2 gereden: het huis van collega Rob. s’Avonds trouwens nog gezellig bij Rob en zijn vrouw Rania gegeten.
De komende tijd is het alleen maar schrijven en zorgen dat alles goed op papier komt te staan. Tot nu toe staat de terugreis op 1 mei gepland, maar alles kan nog wijzigen…
Tot volgende week.
Groeten Serge
Woensdag om 10.20 per PIA Airbus A-310 naar Quetta gevlogen. Rustige vlucht met (niet echt verrassend) alleen maar Pakistaanse medepassagiers. Na anderhalf uur kwam Samungli Airbase in zicht, maar voordat mijn Airbus er kon landen stegen er nog even snel vier Pakistaanse F-7’en op (Hé Olav, een erg mooi gelegen airbase maar moeilijk spotten). Deze zwaarbewapende gevechtsvliegtuigen van de Pakistaanse luchtmacht waren op weg naar weer een missie boven het oosten van Baluchistan, waar op dit moment een sluimerend intern conflict wordt uitgevochten. Best eigenaardig om het burgertoestel zichtbaar te zien zwenken voor een aantal grijze (door China gebouwde) Mig’s.
De omgeving van de stad Quetta (1700m) is super: met ongeveer een miljoen inwoners ligt het middenin de Pakistaanse woestijn en omgeven door ruige, kale bergen. Daarnaast is de Afghaanse stad Kandahar nabij en is Quetta de eerste grote stad die je tegenkomt als je Pakistan binnenkomt, vanuit Iran.
Na de landing en het taxiën naar het eenvoudige luchthavengebouw (er land slechts één burgertoestel per dag op de militaire basis) werd ik opgehaald door medewerkers van Artsen zonder Grenzen (MSF). Naast de lokale chauffeur was de Nieuw-Zeelandse Marilyn er ook. Nadat ik eerder de drie Quetta-medewerkers in Islamabad had ontmoet was onderdak in Quetta bij MSF vrij makkelijk geregeld. Naast genoemde Marilyn zijn de Ier Gareth en de Canadees David nu voor enkele maanden in Quetta werkzaam. Zij logeren in ruime behuizing en zijn vooral verantwoordelijk voor het opzetten van kleine gezondheidscentra in enkele vluchtelingenkampen op enkele uren rijden van Quetta.
Na installatie en een uitgebreide Pakistaanse lunch al snel de stad ingegaan voor de eerste interviews. Na een gesprek met een lokale journalist s’middags een interessant gesprek gehad met het hoofd van de UNHCR in Quetta. Deze Japanner is verantwoordelijk voor zo’n 150.000 voornamelijk Afghaanse vluchtelingen die bivakkeren in het grensgebied met Afghanistan. Overigens zijn er in Pakistan nu in totaliteit 2,7 miljoen (Afghaanse) vluchtelingen. En deze groep is trouwens niet echt geliefd bij de Pakistaanse bevolking, mede door de hulp en gelden die de vluchtelingen wél ontvangen en de (arme) Pakistanen totaal niet.
Daarna nog even door de hoofdstraat, Jinnah Road, gelopen en de boekenwinkels bezocht. Maar helaas is er weinig interessants te vinden. Vreemd voor een stad met zo’n woelige historie. Daarentegen kun je hier wel enigszins het extremisme herkennen: net als in Peshawar loopt iedere Pakistaanse in burka en kom je regelmatig Taliban op straat tegen.
s’Avonds met z’n vieren nog een film geprobeerd te kijken. Echter het uitvallen van de stroom maakte de motivatie bij ons snel minder. Overigens kijken de MSF’ers er zeer veel dvd’s, omdat zij vanuit het Amsterdam-office strenge veiligheidsregels meekrijgen. Zij moeten bijvoorbeeld s’avonds al zeer vroeg binnen zijn en mogen geen onnodige risico’s lopen. Dat betekent géén bezoek aan een Serena Hotel of een avondje Amerikaanse Club in Islamabad. Doe je dat toch dan loop je het risico om teruggeroepen te worden. Dat maakt het leven in Quetta er soms niet leuker op…
Na een goede nachtrust (met weer powercuts, herkenend aan het aanschakelen van de generator) vroeg opgestaan voor de interviews. In feite had ik alleen donderdag voor het kunnen spreken van de personen. Want op vrijdag was mijn terugreis alweer gepland. Voordeel was overigens wel dat het afgelopen donderdag (23 maart) een nationale feestdag was: Pakistan Day en dus waren veel personen eenvoudig te vinden.
Om 9.30 een gesprek met het Nepalese hoofd van UNICEF in Quetta. Interessant om ook zijn verhaal te horen. Met name de samenwerking (of het ontbreken ervan) met de overheid kwam mij bekend voor... Overigens was dit gesprek in het Quetta Serena, een luxe hotel van de bekende keten, maar gebouwd in woestijnstijl. Zou ik zeker een nachtje willen logeren…maar daar moet je dan wel zo’n $140 dollar voor neerleggen.
Na een gesprek met de Pakistaanse journalist Jan Mohammed tot slot interessante discussies met twee politici uit Baluchistan. Beide zitten in de oppositie (in het provinciale parlement) en dus hadden zij aardig wat kritiek op de leiding van Musharraf. Daarna een paar uur gewandeld door de stad en een bezoek gebracht aan het “toeristenbureau”. Hier lag het personeel overigens te slapen en waren ze erg verbaasd dat ik überhaupt langskwam. Gekke lui die Pakistani. Per tuktuk (Riksja) naar een hogergelegen buitenwijk gereden voor een paar mooie overzichtsfoto’s van Quetta. Helaas begon het op dat moment nét te regenen. Dan heb ik dus: het regent namelijk in Quetta bijna nooit!
Bij terugkomst in District 28-D, waar het huis van MSF staat, een forse discussie met de chauffeur gevoerd over de uiteindelijke ritprijs. Rs500 was zijn bod, terwijl ik maar tot Rs150 wilde gaan. Na enig geschreeuw en gediscussieer uiteindelijk tot een compromis gekomen. Ook deze avond met een bord Chinees voedsel op schoot geprobeerd een film te kijken. Maar ook deze keer was het elektriciteitsnet niet welgestemd. En dus vroeg gaan slapen. Mijn hoofd zat immers vol met interessante quotes van alle geïnterviewden.
Op vrijdag was het afscheid nemen van alle MSF’ers en om 9 uur s’ochtends terug naar het vliegveld. Mocht ik langer kunnen blijven in Pakistan dan ga ik zeker terug naar Quetta. Mijn twee dagen waren natuurlijk veel te kort om de stad en omgeving goed te leren kennen. Ook kan ik dan een keertje mee naar een van de MSF-projecten.
Na terugkomst op Islamabad en een goede scheerbeurt bij kapper Al-Saleem in Kohsar Market nog even snel door naar de ambassade. Maar eerlijk gezegd had ik weinig fut om nog te werken en na enig surfen op het internet naar huis gegaan.
Op zaterdag ben ik weer met collega Rob, vroeg in de ochtend de bergen in gegaan voor een hike. Zijn eigen chauffeur zette ons af bij het zogenaamde ‘Capital Viewpoint’. Vanaf hier zijn we begonnen met lopen, op zoek naar het hoogste punt van de bergketen ten noorden van Islamabad. Dit punt, ook wel Mount Happiness genoemd moet rond de 1400 meter hoog zijn. Na verschillende ‘topjes’ gepasseerd te hebben zaten we om 12.30 op de top van de Margalla Hills, met een prachtig uitzicht over de stad. En niemand te bekennen. Alle Pakistanen laten zich altijd afzetten bij dit Capital Viewpoint en zullen géén stap te veel zetten.
Om 14.00 weer beneden en met een voldaan gevoel per gele ‘geiten’-taxi terug naar district F-8/2 gereden: het huis van collega Rob. s’Avonds trouwens nog gezellig bij Rob en zijn vrouw Rania gegeten.
De komende tijd is het alleen maar schrijven en zorgen dat alles goed op papier komt te staan. Tot nu toe staat de terugreis op 1 mei gepland, maar alles kan nog wijzigen…
Tot volgende week.
Groeten Serge
-
28 Maart 2006 - 16:09
Margriet:
Je berichten maken dat ik echt een beetje jaloers ben: Kosovo is maar mat in vergelijking met Pakistan!!
Margriet -
27 Maart 2006 - 14:06
Bunt:
01 Mei 2007?!?
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley