Pakistan één grote no-flyzone
Door: Serge
Blijf op de hoogte en volg Serge
07 Maart 2006 | Pakistan, Islamabad
Zoals gezegd zou dit dé week van George W. worden: op vrijdag zou hij vanuit India naar Pakistan vliegen voor een bezoek van 24 uren. Na de strenge maatregelen tijdens het recente bezoek van de Saoedische koning Abdullah kon er van alles verwacht worden in Islamabad.
Vaste gasten in het Serena en Marriott werden reeds ruim van tevoren vriendelijk (doch dringend) verzocht ander onderdak te vinden. Onze Texaanse vriend kwam namelijk met een gevolg van 900 (!) personen (veiligheidspersoneel, journalisten en andere hotemetoten) en dus moesten beide hotels simpelweg leeg zijn.
Op maandag heb ik overigens nog even kort afscheid genomen van Classe (Mr. Nokia), de man van Dorien. Hij vloog op dinsdag terug naar Nederland. Inmiddels is duidelijk geworden dat hij vanaf april als consultant gaan werken in Riaad, Saoedi-Arabië. Dat wordt dus waarschijnlijk voor Dorien een jaartje op een compound leven...
Dinsdag, na het werk, even gegeten bij de Australische veiligheidsexpert Julian en zijn vrouw Samantha. Van hem kreeg ik te horen dat de situatie in het grensgebied met Afghanistan zichtbaar aan verslechteren is.
Sinds afgelopen woensdag doe ik officieel mee met de dartscompetitie. Elke woensdagavond wordt in de Canadian Club tussen verschillende teams gestreden wie het beste met de pijltjes kan omgaan. Is altijd erg gezellig en het gaat er bij sommigen best fanatiek aan toe. Al doet ons team vooral voor de gezelligheid mee. En dat is soms wel te merken als je speelt tegen spelers die dagelijks als training uren pijltjes tegen een muur staan te gooien...
Op dezelfde dag belde Nasir mij op met de vraag of ik weer mee wilde naar Kashmir, met een helikopter. En daar zei ik natuurlijk geen nee tegen. Kon ik direct namens de ambassade beoordelen hoe de situatie is verbeterd in het berggebied, sinds vorig jaar oktober.
Op donderdagochtend vroeg vertrokken vanuit Islamabad richting het VN-helikopterveld van Abbotabad. En na wat gebakkelei of ik nu wel of niet op een lijst stond om 10.15 met een Oekraïnsche Mi-8 weggevlogen richting de vallei van Bounja. In deze vallei, onderdeel van de (mij reeds bekende) Kaghan Valley wilden we de dorpjes Hochri en Dibbiya bezoeken en bekijken of hier mogelijk nog enige hulp nodig was, vier maanden na de eigenlijke aardbeving. Samen met Matt en Sobia van IOM (International Organization for Migration), Soenke van UNOCHA (Office for the Coordination of Humanitarian Affairs), de Pakistaanse dokter Robina, Nasir (3R) en fotograaf Reza van National Geographic vlogen we al snel over de besneeuwde bergtoppen Kashmir.
Direct herkende ik de ervaren fotograaf als diegene die eerder prachtige foto’s heeft genomen van de Afghaanse strijder Ahmad Shah Massood. De charismatische leider die helaas twee dagen voor 9/11 werd vermoord door hoogstwaarschijnlijk leden van Al-Qaeda. Tijdens mijn drie dagen in de bergen heel veel interessante verhalen met de van oorsprong Iraanse Reza uitgewisseld. Supertoevallig dat ik hem nu weer hier tegenkom!
Na de landing op een modderig stukje vals plat met enige haast de 1000kg vracht uitgeladen. De ‘shelter’-kits, boeken en voedsel moest onder draaiende rotors, door een modderig veldje naar een veilige plek gebracht worden.
Kort na onze landing in Boenja (1600m) ben ik samen met de Duitser Soenke en de Pakistaanse Sobia naar een hoger gelegen dorp gelopen om daar de situatie te bekijken. Wat mij daar direct opviel waren de geïmproviseerde huizen van de lokale bewoners, het grote aantal stuks vee en de ruime aanwezigheid van voedsel. Het ontbreken van enige hulp van de Pakistaanse overheid, sinds de ramp in oktober 2005, heeft hen dus doen besluiten zélf aan wederopbouw te doen. Was voor mij interessant om te zien of de ambassade mogelijk nog iets kon betekenen.
Na deze tocht later die middag afgedaald naar ons ‘basiskamp’: enkele tenten en huizen van de lokalen. Na een goede maaltijd (chipatti, kip en uiteraard de mierzoete thee, mét melk) al vroeg gaan slapen.
Na een lichte aardschok en een koude nacht in de tent, de volgende dag direct omhoog samen met Soenke, Matt, Sobia en Nasir, richting Hochri en Dibbiya. De dokter en Reza bleven in het kamp. Dokter Robina had hier een dokterspost ingericht voor de lokale bevolking.
In beide dorpen hoog in de bergen (2400m) een zelfde inschatting gemaakt. En ook hier was ik verbaasd over de vorderingen van de lokale bevolking. Matt en Sobia besloten desondanks enkele landingsplaatsen voor helikopters aan te leggen. Al denk ik dat je de mensen niet met een dooie mus blij moet maken. Als je namelijk zo'n helipad aanlegt verwachten de mensen dat er ook hulp gaat komen. En volgens Matt en Sobia is dat nog helemaal niet zeker.
Afgedaald naar ons basiskamp en weer lekker met de handjes ‘chicken-chipatti’ gegeten. Na wat ouwehoeren bij het kampvuur gaan slapen. Overigens raakte ik deze dag lichtelijk in paniek vanwege de bomaanslag bij het Mariott Hotel in Karachi (vier doden, waaronder een Amerikaanse diplomaat). Wat zou dit voor gevolgen hebben voor het bezoek van Bush?
Na alweer een koude nacht (helder en véél sterren) op zaterdag om 7.00 vertrokken naar het grootste dorp in de vallei, naar de plek waar de VN-heli zou gaan landen. Daar aangekomen bleek wat ik eigenlijk al verwachtte: de heli zou niet komen. Na een ‘sateliettelefoontje’ met Islamabad bleek dat door het bezoek van Bush het hele luchtruim van Pakistan in feite was gesloten. Daar stonden we dan met z’n zevenen: in een afgelegen vallei, alleen bereikbaar te voet of per heli. En de volgende vlucht werd pas op maandagmiddag verwacht.
Ik besloot direct om de vallei uit te gaan lopen. Ik had tenslotte geen kleding, eten en voldoende water meer en moest mij op maandag gewoon weer melden op de ambassade. Samen met Reza, Soenke, een gids en enkele dragers (tent en slaapzakken in geval van nood) vertrokken naar het einde van de vallei. De rest bleef dus twee dagen wachten op de helikopter…
Uiteindelijk verliep de avontuurlijke terugreis voorspoedig. Na de hiketocht, per jeeptaxi rond 13.00 in Balakot aangekomen. De schade aan de wegen daar is overigens nog steeds groot. De herbouw duurt jaren: enorme rotsblokken op de wegen en het omliggende terrein is nog steeds instabiel. Eén regenbui of aardschok en nog meer puin komt naar benden.
Na een welverdiende lunch in Balakot per minibus naar Mansehra (Reza reisde vandaar door naar Lahore) en samen met Soenke in een gele (geiten) taxi naar Islamabad gereden. Om 20.45 terug. Na een snelle hap eten bij Willem en Irma naar huis voor een douche en een goede nachtrust. Wat een ervaringen!
Na thuiskomst hoorde ik ook meer over het bezoek van de Amerikaanse president. Hij arriveerde met de Airforce One op vrijdagavond vanuit New-Delhi en vloog per heli òf auto (niemand weet precies waarmee hij echt naar het terrein van de ambassade reisde) door. Na een nachtje logeren in de residentie van de ambassadeur, samen met Condoliza Rice (Minister van Buitenlandse Zaken) en Stephen Hadley (de Veiligheidsadviseur) heeft het gevolg op zaterdag gepraat met Musharraf over verschillende onderwerpen. Overigens is het best komisch om van Amerikaanse diplomaten zelf te horen dat vanwege deze nacht de ambassadeur zelf op de grond heeft moeten slapen...
Het Pakistaanse publiek werd uiteraard ver weg gehouden van alle officiële gelegenheden. Zo was er een security-zone ingesteld waarbinnen strikte veiligheidsmaatregelen golden. Amerikaanse sluipschutters op de daken en zelfs de verkeersregels werden eventjes voor Bush gewijzigd. Hij mocht voor deze ene keer rechts rijden (net als in Washington). In feite was Islamabad tijdens het bezoek een stukje Verenigde Staten...
Op zondag een beetje gerelaxed. En tot mijn verbazing belde Jurgen en Barbara mij s’avonds op. Jurgen werkte net als ik als fietsgids in Nederlnd afgelopen zomer. Beiden zijn nu aan een fietstocht Nepal-Nederland bezig. Een superinitiatief! Op maandag heb ik ze welkom geheten op de ambassade en ben s’avonds met ze gaan eten. Ik hoop wel dat ze snel hun visum voor Iran ontvangen. Al ben ik niet positief. De politieke ontwikkelingen in Iran vanwege de nucleaire perikelen kunnen ervoor zorgen dat het land de grenzen totaal dichtgooit voor Europeanen. En dan kan je fietsen dus vergeten.
Overigens hoorde ik onlangs dat de vrouw van de vorige ambassadeur hier, Betsy Udink, in Nederland een boek heeft uitgebracht waarin ze uitgebreid haar mening geeft over de Pakistaanse samenleving. Ik heb het uiteraard nog niet gelezen (ga ik zeker wel doen) maar ik vind het een beetje jammer dat je zoiets uitbrengt terwijl ze inmiddels zelf in Turkije verblijft. Èn meelift op de status van je echtgenoot. Wordt zeker vervolgd!
Ook kan ik nog melden dat ik na het bezoek van de Minister voor Ontwikkelingsamenwerking in december ook Minister Bot van Buitenlandse Zaken en Kamp van Defensie binnenkort langs kan zien komen.
:-) Serge
Vaste gasten in het Serena en Marriott werden reeds ruim van tevoren vriendelijk (doch dringend) verzocht ander onderdak te vinden. Onze Texaanse vriend kwam namelijk met een gevolg van 900 (!) personen (veiligheidspersoneel, journalisten en andere hotemetoten) en dus moesten beide hotels simpelweg leeg zijn.
Op maandag heb ik overigens nog even kort afscheid genomen van Classe (Mr. Nokia), de man van Dorien. Hij vloog op dinsdag terug naar Nederland. Inmiddels is duidelijk geworden dat hij vanaf april als consultant gaan werken in Riaad, Saoedi-Arabië. Dat wordt dus waarschijnlijk voor Dorien een jaartje op een compound leven...
Dinsdag, na het werk, even gegeten bij de Australische veiligheidsexpert Julian en zijn vrouw Samantha. Van hem kreeg ik te horen dat de situatie in het grensgebied met Afghanistan zichtbaar aan verslechteren is.
Sinds afgelopen woensdag doe ik officieel mee met de dartscompetitie. Elke woensdagavond wordt in de Canadian Club tussen verschillende teams gestreden wie het beste met de pijltjes kan omgaan. Is altijd erg gezellig en het gaat er bij sommigen best fanatiek aan toe. Al doet ons team vooral voor de gezelligheid mee. En dat is soms wel te merken als je speelt tegen spelers die dagelijks als training uren pijltjes tegen een muur staan te gooien...
Op dezelfde dag belde Nasir mij op met de vraag of ik weer mee wilde naar Kashmir, met een helikopter. En daar zei ik natuurlijk geen nee tegen. Kon ik direct namens de ambassade beoordelen hoe de situatie is verbeterd in het berggebied, sinds vorig jaar oktober.
Op donderdagochtend vroeg vertrokken vanuit Islamabad richting het VN-helikopterveld van Abbotabad. En na wat gebakkelei of ik nu wel of niet op een lijst stond om 10.15 met een Oekraïnsche Mi-8 weggevlogen richting de vallei van Bounja. In deze vallei, onderdeel van de (mij reeds bekende) Kaghan Valley wilden we de dorpjes Hochri en Dibbiya bezoeken en bekijken of hier mogelijk nog enige hulp nodig was, vier maanden na de eigenlijke aardbeving. Samen met Matt en Sobia van IOM (International Organization for Migration), Soenke van UNOCHA (Office for the Coordination of Humanitarian Affairs), de Pakistaanse dokter Robina, Nasir (3R) en fotograaf Reza van National Geographic vlogen we al snel over de besneeuwde bergtoppen Kashmir.
Direct herkende ik de ervaren fotograaf als diegene die eerder prachtige foto’s heeft genomen van de Afghaanse strijder Ahmad Shah Massood. De charismatische leider die helaas twee dagen voor 9/11 werd vermoord door hoogstwaarschijnlijk leden van Al-Qaeda. Tijdens mijn drie dagen in de bergen heel veel interessante verhalen met de van oorsprong Iraanse Reza uitgewisseld. Supertoevallig dat ik hem nu weer hier tegenkom!
Na de landing op een modderig stukje vals plat met enige haast de 1000kg vracht uitgeladen. De ‘shelter’-kits, boeken en voedsel moest onder draaiende rotors, door een modderig veldje naar een veilige plek gebracht worden.
Kort na onze landing in Boenja (1600m) ben ik samen met de Duitser Soenke en de Pakistaanse Sobia naar een hoger gelegen dorp gelopen om daar de situatie te bekijken. Wat mij daar direct opviel waren de geïmproviseerde huizen van de lokale bewoners, het grote aantal stuks vee en de ruime aanwezigheid van voedsel. Het ontbreken van enige hulp van de Pakistaanse overheid, sinds de ramp in oktober 2005, heeft hen dus doen besluiten zélf aan wederopbouw te doen. Was voor mij interessant om te zien of de ambassade mogelijk nog iets kon betekenen.
Na deze tocht later die middag afgedaald naar ons ‘basiskamp’: enkele tenten en huizen van de lokalen. Na een goede maaltijd (chipatti, kip en uiteraard de mierzoete thee, mét melk) al vroeg gaan slapen.
Na een lichte aardschok en een koude nacht in de tent, de volgende dag direct omhoog samen met Soenke, Matt, Sobia en Nasir, richting Hochri en Dibbiya. De dokter en Reza bleven in het kamp. Dokter Robina had hier een dokterspost ingericht voor de lokale bevolking.
In beide dorpen hoog in de bergen (2400m) een zelfde inschatting gemaakt. En ook hier was ik verbaasd over de vorderingen van de lokale bevolking. Matt en Sobia besloten desondanks enkele landingsplaatsen voor helikopters aan te leggen. Al denk ik dat je de mensen niet met een dooie mus blij moet maken. Als je namelijk zo'n helipad aanlegt verwachten de mensen dat er ook hulp gaat komen. En volgens Matt en Sobia is dat nog helemaal niet zeker.
Afgedaald naar ons basiskamp en weer lekker met de handjes ‘chicken-chipatti’ gegeten. Na wat ouwehoeren bij het kampvuur gaan slapen. Overigens raakte ik deze dag lichtelijk in paniek vanwege de bomaanslag bij het Mariott Hotel in Karachi (vier doden, waaronder een Amerikaanse diplomaat). Wat zou dit voor gevolgen hebben voor het bezoek van Bush?
Na alweer een koude nacht (helder en véél sterren) op zaterdag om 7.00 vertrokken naar het grootste dorp in de vallei, naar de plek waar de VN-heli zou gaan landen. Daar aangekomen bleek wat ik eigenlijk al verwachtte: de heli zou niet komen. Na een ‘sateliettelefoontje’ met Islamabad bleek dat door het bezoek van Bush het hele luchtruim van Pakistan in feite was gesloten. Daar stonden we dan met z’n zevenen: in een afgelegen vallei, alleen bereikbaar te voet of per heli. En de volgende vlucht werd pas op maandagmiddag verwacht.
Ik besloot direct om de vallei uit te gaan lopen. Ik had tenslotte geen kleding, eten en voldoende water meer en moest mij op maandag gewoon weer melden op de ambassade. Samen met Reza, Soenke, een gids en enkele dragers (tent en slaapzakken in geval van nood) vertrokken naar het einde van de vallei. De rest bleef dus twee dagen wachten op de helikopter…
Uiteindelijk verliep de avontuurlijke terugreis voorspoedig. Na de hiketocht, per jeeptaxi rond 13.00 in Balakot aangekomen. De schade aan de wegen daar is overigens nog steeds groot. De herbouw duurt jaren: enorme rotsblokken op de wegen en het omliggende terrein is nog steeds instabiel. Eén regenbui of aardschok en nog meer puin komt naar benden.
Na een welverdiende lunch in Balakot per minibus naar Mansehra (Reza reisde vandaar door naar Lahore) en samen met Soenke in een gele (geiten) taxi naar Islamabad gereden. Om 20.45 terug. Na een snelle hap eten bij Willem en Irma naar huis voor een douche en een goede nachtrust. Wat een ervaringen!
Na thuiskomst hoorde ik ook meer over het bezoek van de Amerikaanse president. Hij arriveerde met de Airforce One op vrijdagavond vanuit New-Delhi en vloog per heli òf auto (niemand weet precies waarmee hij echt naar het terrein van de ambassade reisde) door. Na een nachtje logeren in de residentie van de ambassadeur, samen met Condoliza Rice (Minister van Buitenlandse Zaken) en Stephen Hadley (de Veiligheidsadviseur) heeft het gevolg op zaterdag gepraat met Musharraf over verschillende onderwerpen. Overigens is het best komisch om van Amerikaanse diplomaten zelf te horen dat vanwege deze nacht de ambassadeur zelf op de grond heeft moeten slapen...
Het Pakistaanse publiek werd uiteraard ver weg gehouden van alle officiële gelegenheden. Zo was er een security-zone ingesteld waarbinnen strikte veiligheidsmaatregelen golden. Amerikaanse sluipschutters op de daken en zelfs de verkeersregels werden eventjes voor Bush gewijzigd. Hij mocht voor deze ene keer rechts rijden (net als in Washington). In feite was Islamabad tijdens het bezoek een stukje Verenigde Staten...
Op zondag een beetje gerelaxed. En tot mijn verbazing belde Jurgen en Barbara mij s’avonds op. Jurgen werkte net als ik als fietsgids in Nederlnd afgelopen zomer. Beiden zijn nu aan een fietstocht Nepal-Nederland bezig. Een superinitiatief! Op maandag heb ik ze welkom geheten op de ambassade en ben s’avonds met ze gaan eten. Ik hoop wel dat ze snel hun visum voor Iran ontvangen. Al ben ik niet positief. De politieke ontwikkelingen in Iran vanwege de nucleaire perikelen kunnen ervoor zorgen dat het land de grenzen totaal dichtgooit voor Europeanen. En dan kan je fietsen dus vergeten.
Overigens hoorde ik onlangs dat de vrouw van de vorige ambassadeur hier, Betsy Udink, in Nederland een boek heeft uitgebracht waarin ze uitgebreid haar mening geeft over de Pakistaanse samenleving. Ik heb het uiteraard nog niet gelezen (ga ik zeker wel doen) maar ik vind het een beetje jammer dat je zoiets uitbrengt terwijl ze inmiddels zelf in Turkije verblijft. Èn meelift op de status van je echtgenoot. Wordt zeker vervolgd!
Ook kan ik nog melden dat ik na het bezoek van de Minister voor Ontwikkelingsamenwerking in december ook Minister Bot van Buitenlandse Zaken en Kamp van Defensie binnenkort langs kan zien komen.
:-) Serge
-
07 Maart 2006 - 21:31
Janny Den Dulk:
Hoi Serge,
Ik volg nog steeds je spannende berichten uit Pakistan.
Ik had veel meer ophef verwacht voor het bezoek van Mr.Bush.
Sterkte met alles en geniet nog van je stageperiode.
Groetjes Janny -
09 Maart 2006 - 21:11
Linda:
hallo weer we genieten van je foto's
groetjes linda en sandor -
28 Maart 2006 - 15:49
Margriet:
Serge,
leuk te horen hoe het in het aardbevingsgebied gaat en dat je nog steeds contact heb met Nasir. Wel een avontuur om lopend naar de "bewoonde wereld"te gaan. Heb bewondering voor je!
Margriet
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley